Opgravingen Bartókplein: stadsmuur, Rijn en een oude schoen

Bij de opgravingen in het Bartókkwartier zijn archeologen gestuit op resten van de middeleeuwse stadsmuur.  Dat laat Hanneke van Engeldorp Gastelaars van archeologisch bureau ADC weten. “We onderzoeken nu afzettingen van overstromingen van de Rijn”, vertelt ze. “We zijn dus bezig met een reconstructie van landgebruik door de mens vóór de bouw van de muur.”

Op de vindplaats tegenover de Rozet is de afgelopen weken van alles uit lang vervlogen tijden opgegraven. Stadsarcheoloog Martijn Defilet laat weten dat er onder meer een pommel is gevonden. Dit ronde uiteinde van een handvat van een zwaard (zie inzet) lag op een oude Rijnoever. Verder is er de afgelopen week onder meer een klein schoentje (zie foto) uit ongeveer 1250 en een mes met bewerkt handvat uit rond 1450 aangetroffen.

Overstromingen

In 1530 heeft hertog Karel van Gelre de Rijn recht langs de stad laten leggen. Tot die tijd veranderde de loop van de Rijn vaak en stroomde de rivier nogal eens over. Dat heeft voor verschillende afzettingen van de vooral klei in de huidige zuidelijke binnenstad gezorgd. Het grootste gedeelte van het centrum van Arnhem ligt op hoger gelegen zandgrond.

Op de vindplaats zijn ook onder meer fundamenten van huizen gevonden. De opgravingen zijn onderdeel van een groter project, die de geschiedenis van de zuidelijke binnenstad in kaart moet brengen. Daar moet over een paar jaar een boek over verschijnen. De werkzaamheden in het Bartókkwartier duren tot 25 augustus. Tot die tijd kunnen belangstellenden het werk van de archeologen in de gaten houden vanaf het dakterras van de Rozet.

Foto’s: Martijn Defilet

Dit bericht is ook verschenen op Ik hou van Arnhem.

Plaats een reactie